Nieuws

Tot twee maal toe heeft Stedenlink een kennisatelier georganiseerd over de aanleg van glasvezel in steden. Daar komt nogal wat bij kijken; van gemeentelijke leges tot aan controle op de herbestrating, van contracten tot en met het bewaken van het open karakter van de aan te leggen netwerken.

Op basis van de ervaringen van Deventer en Tilburg werden de zaken besproken. Deelnemende gemeenten waren Leeuwarden, Arnhem, Tilburg, Deventer, Den Haag, Drachten, Dronten, Zwolle en Eindhoven.

Duidelijk is dat de verglazing van steden een complexe zaak is. En dat de gemeente op veel terreinen (financieel, juridisch, ingenieursexpertise, bestrating, bestemmingsplannen, welstand etcetera) betrokken is. De uitwisseling van ervaringen en slimme aanpak was geslaagd. Deze activiteiten maken Stedenlink tot een attractieve partner in breedbandontwikkelingen!

Op dit moment wordt in opdracht van EGEM een onderzoek uitgevoerd naar de mogelijkheden voor een eGovernment laboratorium in Nederland. Er wordt in eerste instantie vooral gekeken naar de opzet en inrichting van een dergelijk laboratorium. Het laboratorium kan voorzien in meerdere diensten die gevraagd worden van EGEM, andere ICTU programma’s, leveranciers, gemeenten en de centrale overheid. Het laboratorium moet een praktische toepassing worden waar zowel gebruiker als marktpartijen diensten kunnen brengen en afnemen.

De eerste gedachten zijn dat het eGovernment laboratorium een leveranciers onafhankelijke positie moet krijgen. Daarnaast zal het een groeimodel worden waarbij met een eerste groep leveranciers gestart kan gaan worden. Er zal gewerkt worden met een thematische benadering van beleidsvelden.

De huidige stand van zaken is dat de belangrijkste stakeholders in de gemeentelijke wereld benaderd worden. Dit zijn gemeenten, andere overheidsorganisaties of aan de overheid gerelateerde organisaties en gemeentelijke leveranciers. Eind mei moeten de meeste bezoeken plaatsgevonden hebben. Rond de zomer moet er een businessplan liggen op basis waarvan besloten kan worden of en in welke vorm er een eGovernment laboratorium in Nederland opgericht kan gaan worden.

Woensdagmiddag 5 maart 2008 heeft wethouder Hiemstra een begin gemaakt met de aanleg van de glasvezelverbinding naar de Looschool te Loo-Bathmen. Tesamen met het schoolhoofd Wim Kloezeman rolde hij aan de Menopsdijk de eerste meters mantelbuis van de haspel. De graafwerkzaamheden duren naar verwachting tot medio april. Aansluitend wordt de nodige apparatuur geplaatst en de verbinding geactiveerd. Met de aansluiting van de Looschool zijn nog vóór de zomervakantie ALLE basisscholen in Deventer met elkaar en het internet verbonden met de snelheid van het licht. Het Deventer onderwijs is daarmee een voorbeeld voor de rest van Nederland.

Het concept Open Net Works (Stedenlink!) en E-inclusie stond centraal in de workshop van afgelopen vrijdag 6 maart in Lyon. Conclusie: open breedband voor iedereen kan alleen als de overheid kan en mag meeinvesteren. Steden verdienen daarbij meer ruimte dan nu het geval is; de Nederlandse regelgeving biedt zelfs, vergeleken met andere landen en met de lijn van de EU, de minste ruimte.

Van 4-6 maart vond in Lyon het congres plaats van de Eurocities Knowledge Society Forum. Heleen Kerkhof (Leeuwarden) leidde de workshop, met sprekers uit Stockholm (Annette Lundberg van Stokab), Parijs (Philip Agard van Alcatel), Lyon (Samuel Triolet van de Lyon Internet Exchange) en Brussel (Maurice Paulissen Eurocities Policy Officer). Heleen Kerkhof introduceerde de problematiek van Breedband aan de hand van de illustraties uit het Twentse ‘Het licht gezien’, dat een geweldige eye opener blijkt voor ‘beginners’.

Stockholm is nog steeds ‘lichtend voorbeeld’ als eerste Europese stad met een eigen glasvezelnetwerk, en heeft een positieve business case. De modellen voor uitrol waarbij Alcatel is betrokken, tonen aan dat echte massa pas kan worden verkregen als overheden meeinvesteren, bijvoorbeeld via het civiele werk.

De Lyonix werd opgericht om te voorkomen dat alle grote breedband-investeringen in Parijs belanden; Lyon bereidt het zuideuropese ‘connecting the dots’ voor, net als ook Stedenlink wil, omdat steeds weer blijkt dat veel dataverkeer regionaal is. Paulissen vertelde ten slotte over de herziening van de telecomwetgeving door de EU; Eurocities zal samen het de zgn. Committe of the regions optrekken bij de lobby voor meer ruimte voor overheden. Leeuwarden leidt samen met de Policy officer in Brussel deze lobby De presentaties worden binnenkort gepubliceerd via www.eurocities.org.

Stedenlink-steden waren goed vertegenwoordigd op de jaarlijkse conferentie van de FttH-council, dit jaar gehouden in Parijs. In het openingswoord van de voorzitter werd het glasvezelnet te Deventer al in een van de eerste slides ten tonele gevoerd, als een voorbeeld van hoe hard het momenteel in Europa gaat. Arno Groenendijk van de gemeente Deventer kon het nog net op tijd vastleggen op een foto.

Aan het eind van de tweedaagse conferentie hield Dirk van der Woude van de gemeente Amsterdam een informatieve presentatie van het Amsterdamse project Citynet, bezien in Europees perspectief.

Opvallend was dat er momenteel bijna geen land in Europa is waar geen glasvezelinitiatieven uit (of liever in) de grond gestampt worden. In de meeste gevallen trouwens met actieve ondersteuning vanuit lokale en/of regionale overheden. In dat laatste opzicht staat de situatie in Nederland in schril contrast met de rest van Europa: hier zijn lokale overheden aan veel meer beperkingen gebonden dan Europees gezien noodzakelijk is.

Een van de meest overtuigende presentaties om nu snel op glasvezel over te stappen kwam overigens van Bret Swanson. Zijn bijdrage getiteld “The coming exaflood” is te zien via www.discovery.org/a/3869. Overigens: een exabyte is 1,152,921,504,606,846,976 bytes en hij komt via de kilobyte, de megabyte, de gigabyte, de terrabyte en de petabyte als volgende in het rijtje van de duizendvouden van 1.000 bytes. (AG)

 

Met meer dan 1 miljoen aansluitingen in Europa is Fiber to the Home (FTTH) aardig op weg een belangrijke concurrent van ADSL te worden. Dat bleek op het Fiber to the Home-congres in Parijs, waar zeker 2200 deskundigen op af kwamen.

In elf landen is de glasvezelpenetratie de 1 procent ruim gepasseerd, ook in Nederland, dat een twaalfde plaats op de wereldranglijst inneemt. Weliswaar nog altijd ver achter Japan (11 miljoen abonnees), maar ruim voor Italië, een van de snelste groeiers in de branche.

Nieuwkomers op de vorige week gepubliceerde ranglijst van de FTTC Council zijn Slovenië, IJsland en Singapore. China klom van de tiende naar de zevende plaats. Het Franse onderzoeksbureau iDATE meldt een totaal van 200 glasvezelprojecten alleen al in Europa.

In veel gevallen zijn het niet de telecombedrijven of kabelaars, maar gemeenten en energiebedrijven die deze ontwikkelingen oppakken. Zij doen dat elk vanuit een ander perspectief: gemeenten willen het monopolie van kabelaars doorbreken door open netwerken te creëren, maar ook om bedrijvigheid aan te trekken, terwijl energiebedrijven een geheel nieuwe markt hopen aan te boren. Toch zijn ook al enkele telecombedrijven actief op deze markt, waaronder France Telecom, Iliad, Telekom Slovenia en Orange in Slowakije. France Telecom leidt een omvangrijk project in Parijs en in Nederland is KPN met glasvezel actief. In Amsterdam, Almere, Eindhoven en Enschede zijn projecten gestart.

Bron: www.automatiseringgids.nl

 Te weinig glasvezel

Nederland keldert rap op de mondiale ranglijsten voor snel internet. We hebben last van de wet van de remmende voorsprong. Met ’ouderwets’ breedband via adsl en de tv-kabel is Nederland de nummer twee ter wereld. Dat lijkt velen lang het gevoel te hebben gegeven dat verder investeren in breedband even niet nodig is. Daardoor staat Nederland op de ranglijst voor modern internet via glasvezel nu echter op een schamele twaalfde plaats, zo blijkt uit de meest recente cijfers van de Fiber to the Home (glasvezel tot aan huis) Council. In Surfnet heeft Nederland een mondiale koploper bij het ontwikkelen van supersnel internet. Surfnet kan al snelheden van 1 tot 10 gigabit per seconde leveren, 40 tot 400 keer de maximale snelheid van adsl. Maar bij de daadwerkelijke aanleg van glasvezelnetten als vervanger van adsl en kabel loopt Nederland ver achter op veel andere landen.

Bron: www.trouw.nl

Froeks.tv wordt de Friese You Tube specifiek gericht op jongeren. Aanleiding voor de oprichting is een pitch van de provincie Fryslân. De provincie wil het gebruik van de Friese taal onder jongeren stimuleren. Communicatiebureau Groot Haar + Orth te Leeuwarden en communicatiebureau PS Produkties te Leeuwarden hebben daartoe in maart 2007 gezamenlijk een voorstel ingediend bij de provincie Friesland. Met als motto: Als je jongeren wilt bereiken, moet je aansluiten bij hun belevingswereld van internet, video en community.

Op Froeks.tv kan iedereen een profiel aanmaken en een eigen televisiekanaal beginnen. Ook vind je er dagelijks video-items van de eigen redactie. Ze zullen elke dag het nieuws opzoeken, verschillende thema’s uitdiepen en complete series maken. Daarnaast kan iedereen zijn eigen video’s uploaden, of het nu met een videocamera is gefilmd of gewoon met een mobiele telefoon.

Froeks.Tv maakt voor het ontsluiten van alle informatie gebruik van de FR-IX en Internet Valley. De FR-IX en Internet Valley leveren alle benodigde techniek én verbindingen voor het realiseren van het project. Medio april gaat de site online.

Froeks.tv is een crossmediale jongerenzender op internet, voor jongeren tussen de 12 en 23 jaar. De site richt zich op alle jongeren in Fryslân en de Friestalige jongeren daarbuiten. De zender staat midden in de jongeren omdat deze gemaakt wordt door jongeren zelf. De site is drietalig. Naast een belangrijke positie voor het Fries is er ook de mogelijkheid Nederlands en Engels te gebruiken.

Froeks.tv wil in beeld brengen wat jongeren bezig houdt en beleven. Het medium beweegt zich op het snijvlak van jongerencultuur, social networking en televisie maken.

25-2-2008De voorhoedegemeenten zijn in het voorjaar van 2005 opgericht als test- en ontwikkelgroep voor landelijke ontwikkelingen in gemeentelijk ICT-dienstverlening. Nu, na drie jaar, verandert de rol van Voorhoedegemeenten. Naast het ontwikkelen, toetsen en implementeren gaan Voorhoedegemeenten ook steeds meer doen aan het delen van kennis en ervaring opgedaan in de verschillende projecten. En dat is van grote waarde.

Op 31 januari j.l. vond de jaarlijkse kennisconferentie ‘Op weg met de Voorhoedegemeenten’ plaats waar Voorhoedegemeenten hun kennis en ervaring konden delen met andere gemeenten. Ruim 250 bezoekers uit gemeenten namen deel aan het programma. Staatssecretaris Ank Bijleveld prees in de ochtend de inspanningen van de Voorhoedegemeenten. Ze gaf aan erg blij te zijn met de resultaten en kijkt met belangstelling uit naar de komende periode.

Ter ere van de kennisconferentie heeft EGEM een aantal Voorhoedegemeenten gevraagd naar hun ervaringen van de afgelopen jaren. Dat leverde een serie inspirerende praktijkverhalen op en deze verhalen zijn gebundeld in het boekje ‘Gemeenten in de voorhoede’. Het boekje werd door Cor de Vos, burgemeester van Nieuwegein en voorzitter van de stuurgroep van EGEM, overhandigd aan de staatssecretaris en is op de kennisconferentie verspreid onder de deelnemers. In het boekje vertelt o.a. de gemeente Amsterdam over het integrale horecaloket en komt de initiatiefnemer van de gezamenlijke ANDEZ-1 aanbesteding voor de midoffice aan het woord. Lansingerland beschrijft de fusie die aan deze gemeente ten grondslag lag en de rol van informatiesystemen daarin en geven vier Friese gemeenten hun blik op de samenwerking. Ook diverse ontwikkelingen komen aan bod, zoals de nieuwe Wet op de Ruimtelijke Ordening, het Digitaal Klant Dossier en de WMO, steeds gekoppeld aan ervaringen van een voorhoedegemeente. Het boekje eindigt met een nawoord van de programmamanager EGEM Ineke Schop en de programmamanager I-teams Dirk Schravendeel.

Kortom, een goed overzicht van ontwikkelingen en ervaringen die iedere gemeente raakt, weergegeven in een serie korte verhalen. Het boekje ‘Gemeenten in de voorhoede’ is naar alle gemeenten gestuurd en is tevens ook op te vragen via: info@egem-iteams.nl.

Terwijl de meeste Nederlanders zelfs nog geen hdtv in huis hebben, wordt er al aan ultra-hdtv gewerkt. Onder meer Amsterdam ontpopt zich als een ontwikkelcentrum voor de cinemascope-tv.

In het Amsterdamse Pakhuis De Zwijger zitten een paar honderd tv-deskundigen gefascineerd naar een bioscoopscherm te turen. Op een doek van acht bij vier meter is een scène uit een opera te zien. De beelden zijn scherper dan van een normale bioscoopfilm, maar komen uit een videoprojector aan het plafond. In feite zit de zaal dus tv te kijken. Maar zelfs als je met je neus op het doek staat, zijn de voor televisie typerende lijnen en puntjes amper te zien. In De Zwijger kan even geproefd worden aan ultra-hdtv, ook wel 4k genoemd, naar de ruim 4.000 beeldpunten waaruit elk van de 2076 beeldlijnen is opgebouwd. Elk beeld bestaat daardoor uit 8,8 miljoen puntjes: twintig keer zo veel als ’traditionele tv’ en ook nog vier keer zo veel als hdtv.

Televisieprogramma’s in ultra-hdtv voor de huiskamer zijn nog wel vele jaren weg. De huiskamer moet eerst nog door de ’gewone’ hdtv worden veroverd. Bovendien is het de vraag of ultra-hdtv in een huiskamer zinvol is. Beeldschermen van acht bij vier meter passen niet in de gemiddelde Hollandse doorzonwoning. De 4k-tv lijkt eerder een vervanger van de bioscoopfilm op celluloid, op een hulpmiddel bij operaties, op een ultiem platform voor internetgamers, om maar een paar alternatieven te noemen.

Welke toepassing er ook als eerste zal komen, achter de schermen wordt al druk gesleuteld aan de nieuwe technologie. En opmerkelijk genoeg is Amsterdam daarbij, naast Tokio, San Francisco en San Diego, een van de vier centra in de wereld waar het allemaal gebeurt. Dat Amsterdam die eer te beurt valt, en niet bijvoorbeeld Eindhoven met zijn laboratoria waar veel tv-technologieën vandaag komen, heeft alles te maken met het bijzondere karakter van ultra-hdtv. Het superscherpe beeld met zijn miljoenen beeldpunten en miljarden bits per seconde aan data vergt supersnelle telecomverbindingen. En op dat gebied is het van origine Amsterdamse universitaire glasvezelnet Surfnet een koploper in de wereld.

De voorstelling deze week in De Zwijger was dan ook alleen maar mogelijk dankzij Surfnet. Ultra-hdtv vergt in principe 7 gigabit (7 miljard bits) aan data per seconde. Door slimme compressie kan dat teruggebracht worden tot 700 megabit, 700 miljoen bits, per seconde. Maar dat is nog altijd 300 keer zo veel als gewone tv en bijna dertig keer zo veel als volwaardige hdtv. Voor een 4k-film van enige lengte heb je al gauw honderden dvd’s nodig. Dat is niet werkbaar, dus werden de beelden in De Zwijger deels live van een computer in Tokio geplukt en via Surfnet naar Amsterdam gehaald.

Ondanks het futuristische karakter van ultra-hdtv zijn in het kielzog van Surfnet in Nederland inmiddels diverse partijen actief bij de ontwikkeling ervan betrokken. De techniek maakt animatiefilms mogelijk die wat gedetailleerdheid betreft niet meer zijn te onderscheiden van traditionele celluloidfilms. Aan de Filmacademie in Amsterdam richt Harry Scheurs, hoofd interactieve media, zich nu op digitaal produceren. „Wij kunnen straks hetzelfde leveren als Hollywood maar dan voor een zesde van de prijs”, voorspelt hij.

Nederland als productieland van de volgende Disney-film? Misschien wel van honderden ’Shrecks’ en andere tekenfilms per jaar. Want anderen werken hard aan software waarmee de studenten van Scheurs „thuis in de garage de mooiste animatiefilms kunnen maken”. „Niet voor een zesde maar dan voor een zestigste van de prijs van Hollywood”, aldus een softwarespecialist.

Te weinig glasvezel
Nederland keldert rap op de mondiale ranglijsten voor snel internet. We hebben last van de wet van de remmende voorsprong. Met ’ouderwets’ breedband via adsl en de tv-kabel is Nederland de nummer twee ter wereld. Dat lijkt velen lang het gevoel te hebben gegeven dat verder investeren in breedband even niet nodig is. Daardoor staat Nederland op de ranglijst voor modern internet via glasvezel nu echter op een schamele twaalfde plaats, zo blijkt uit de meest recente cijfers van de Fiber to the Home (glasvezel tot aan huis) Council. In Surfnet heeft Nederland een mondiale koploper bij het ontwikkelen van supersnel internet. Surfnet kan al snelheden van 1 tot 10 gigabit per seconde leveren, 40 tot 400 keer de maximale snelheid van adsl. Maar bij de daadwerkelijke aanleg van glasvezelnetten als vervanger van adsl en kabel loopt Nederland ver achter op veel andere landen.

Bron: www.trouw.nl

Pilot van het consortium Streetlight in afrondingsfase

‘Streetlight® biedt de mogelijkheid altijd en overal online te zijn en interactief over actuele informatie te beschikken.’ Met dit uitgangspunt werd op 3 maart 2006 de eerste van twee multifunctionele interactieve straatlantaarns bij het stadhuis van Zoetermeer geplaatst. Twee jaar later komt deze pilot tot een einde en verdwijnen de palen uit het Zoetermeerse straatbeeld. Wat hebben de Streetlights de gemeente opgeleverd?

In 2006 startte het consortium van KPN, Tyco Electronics en Lucent Technologies (nu Alcatel Lucent), in samenwerking met de gemeente Zoetermeer de pilot. “Zo werken diverse partijen samen om op innovatieve wijze de afstand tussen burgers en gemeente te verkleinen”, vertelde Wethouder Bé Emmens destijds over het initiatief. De publiciteit die de gemeente hiermee kreeg, zette Zoetermeer voorgoed op de kaart als ICT Stad. Waarmee het project vanuit het oogpunt van citymarketing ruimschoots is geslaagd.

Voorlopers
Maar ook op andere punten zijn initiatiefnemers tevreden over de resultaten. De Streetlightpalen worden gezien als de voorlopers van grote digitale ontwikkelingen als de ‘hotspots’ van KPN voor draadloos internet. En het fenomeen ‘narrowcasting’, een medium waar met name de detailhandel op grote schaal gebruik van maakt. Dit zijn beeldschermen waarop winkeliers in hun zaak bijvoorbeeld promotiefilms afspelen.

Waardevol
Na twee jaar is de belangrijkste bevinding dan ook dat de Streetlights hebben bijgedragen aan nieuwe innovatieve ontwikkelingen. Met name voor het consortium heeft dit waardevolle kennis opgeleverd. “Het Streetlightproject is typerend voor Zoetermeer. Als ICT Stad bieden wij ruimte voor dergelijke initiatieven. De interactieve palen hebben hun diensten ruimschoots bewezen. We kunnen er met een gerust hart afscheid van nemen”, meent de wethouder.

Virtueel kasteel
Maar Zoetermeer neemt niet definitief afscheid van de palen. Voor één Streetlight is namelijk een nieuwe plek gevonden. In de Dorpsstraat kan iedere voorbijganger voortaan het spel ‘Virtueel kasteel Palenstein’ spelen. Zodat het spraakmakende project nog lang in het Zoetermeerse geheugen blijft hangen.